Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 107

Psalmen

Index

Hoofdstuk 108

1

 

  Een lied, een psalm van David. O God! mijn hart is bereid; ik zal zingen en psalmzingen, ook mijn eer.  

 

 


2

 

  Waak op, gij luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken.  

 

 


3

 

  Ik zal U loven onder de volken, o HEERE! en ik zal U psalmzingen onder de natien.  

 

 


4

 

  Want Uw goedertierenheid is groot tot boven de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste wolken.  

 

 


5

 

  Verhef U, o God! boven de hemelen, en Uw eer over de ganse aarde.  

 

 


6

 

  Opdat Uw beminden bevrijd worden; geef heil door Uw rechterhand, en verhoor ons.  

 

 


7

 

  God heeft gesproken in Zijn heiligdom, dies zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten.  

 

 


8

 

  Gilead is mijn, Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever.  

 

 


9

 

  Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen; over Palestina zal ik juichen.  

 

 


10

 

  Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom?  

 

 


11

 

  Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten hadt, en Die niet uittoogt, o God! met onze heirkrachten?  

 

 


12

 

  Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid; want des mensen heil is ijdelheid.  

 

 


13

 

  In God zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders vertreden. Psalmen 109  

 

 


Psalmen 109

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: